Algemene toelichting berekeningsmethode 

Bij bepaling van alimentatie zijn twee zaken van belang:

 

  • wat kan de alimentatieplichtige maximaal betalen
  • wat is de behoefte aan alimentatie

 

De totale alimentatie mag niet uitgaan boven de draagkracht, maar evenmin boven de behoefte. De laagste van de twee bepaalt dus in principe de hoogte van de alimentatie.

De maximale alimentatieruimte wordt bepaald in een alimentatie-draagkrachtberekening.

 

 

Partneralimentatie

Een draagkrachtberekening partneralimentatie ziet er in grote lijnen als volgt uit:

 

1 Bepaling netto besteedbaar inkomen

Over het bruto inkomen uit werk en woning zoals loon, uitkering of winst en rekening houdend met fiscale aftrekposten (box 1); uit aanmerkelijk belang (box 2) en uit vermogen (box 3) wordt de verschuldigde belasting berekend. Bruto inkomsten min fiscale heffing plus heffingskortingen is het netto besteedbaar inkomen.

 

2 Vaststelling draagkrachtloos inkomen/uitgaven

Dit wordt bepaald door de bijstandsnorm (minimumbedrag voor noodzakelijke kosten van bestaan) plus een aantal aanvullende kosten zoals o.a. woonlasten, aflossing huwelijkse schulden en ziektekosten.

 

3 Bepaling draagkrachtruimte

Het verschil tussen netto besteedbaar inkomen en draagkrachtloos inkomen is de draagkrachtruimte, hiervan is een bepaald deel beschikbaar voor alimentatie: 60% t.b.v. partneralimentatie waarop de eventuele kinderalimentatie en zorgkosten (kosten omgang) in mindering worden gebracht.

 

4 Berekening belastingvoordeel

Het belastingvoordeel dat de alimentatieplichtige heeft doordat hij alimentatie betaalt wordt toegerekend aan de alimentatiegerechtigde, dit resulteert in een bruto alimentatiebedrag.

 

 

De minimum behoefte aan partneralimentatie wordt berekend door het maken van een draagkrachtberekening zoals bij alimentatieplichtige. Door middel van een draagkracht/jusvergelijking wordt duidelijk hoeveel vrij besteedbare ruimte ('jus') beide partijen hebben na het betalen of ontvangen van alimentatie, waarbij rekening wordt gehouden met overige inkomsten en uitgaven. In het geval dat de alimentatiegerechtigde in een relatief gunstiger financiële positie komt te verkeren dan de alimentatie-plichtige (ofwel als de jus van de alimentatiegerechtigde groter is dan de jus van de alimentatieplichtige) wordt een geoptimaliseerde draagkrachtberekening gemaakt. Hierbij wordt het alimentatiebedrag zodanig verlaagd dat beide partijen een gelijke jus overhouden.

 

 

 

Kinderalimentatie

De berekening van de kinderalimentatie volgt de onderstaande stappen:

 

1 Berekening van het netto besteedbaar gezinsinkomen en bepaling van het eigen aandeel kosten kinderen

Het bruto inkomen van de ouders vóór uiteengaan wordt omgerekend naar netto besteedbaar inkomen. Het gezamenlijke netto inkomen vermeerderd met het kindgebonden budget waar partijen recht op hadden, geeft het netto gezinsinkomen. Op basis van het gezinsinkomen wordt met behulp van de behoeftetabel het eigen aandeel kosten kinderen (behoefte) van de kinderen bepaald.

 

2 Berekening van het netto besteedbaar inkomen van de ouders ná uiteengaan en bepaling van de draagkracht

Het bruto inkomen van de ouders ná uiteengaan wordt omgerekend naar netto besteedbaar inkomen. Het kindgebonden budget waarop een ouder recht heeft wordt bij het netto inkomen geteld. Op basis van het netto inkomen en de draagkrachttabel wordt de draagkracht van de ouders bepaald.

 

3 Bepaling van de zorgkorting

De zorgkorting (kosten van de zorg-/omgangsregeling) is een percentage van de behoefte van de kinderen, afhankelijk van het aantal dagen verblijf van de kinderen bij de ouder waar zij niet het hoofdverblijf hebben.

 

4 Confrontatie van behoefte en draagkracht

Naar rato van de draagkracht wordt het aandeel van de alimentatieplichtige ouder in de kosten van de kinderen berekend. De zorgkorting wordt in mindering gebracht wat resulteert in de bijdrage aan de verzorgende ouder in de kosten van de kinderen ofwel de kinderalimentatie.

Indien de draagkracht van de ouders ontoereikend is om in de behoefte van de kinderen te voorzien wordt het tekort over de ouders verdeeld: de helft van het tekort wordt op de zorgkorting in mindering gebracht.